Tijdens de kennismaking en het bespreken van de verwachtingen met een nieuwe groep stel ik als trainer altijd de vraag; “Wat moet ik doen om je te laten afhaken? Wat wil je absoluut niet.
Deze omgekeerde vraagstelling is een regelrechte uitnodiging voor deelnemers om hun trainingsellende op tafel te gooien.
Van goedbedoelde interventies waarbij iedereen naar de dierentuin werd vervoerd voor een speurtocht, een kick-off met ballonnen clown, geïrriteerde trainers, en trainingsacteurs die geen idee hadden wat ze kwamen doen, tot de angst voor het rollenspel.
Door deze vraag te stellen spreek ik het emotionele geheugen aan van de groep, die erg sterk blijkt te zijn. Bij doorvraag blijken de meest aansprekende voorbeelden van meer dan 5 jaar geleden!
Slechte, emotionele, ervaringen blijven ons nou eenmaal lang bij.
Ik word door deze nieuwe groep gezien als de volgende trainer in het rijtje. Waarom zou ik geen gênante vertrouwensoefening gaan doen of mijn eigen issues leidend laten zijn tijdens deze bijeenkomst?
Weerstand is onhandig geformuleerde betrokkenheid. Men wil graag, maar aarzelt, heeft last van slechte ervaringen.
Door de groep te laten benoemen wat ze absoluut niet willen en te lachen om de goed bedoelde missers, wordt de veiligheid vergroot. Ik kan mezelf laten zien.
Beloof dat we geen rollenspellen gaan doen, maar wel veel oefeningen, zonder ballonnen.